Door de ogen van een orthopedagoog

Door de ogen van een orthopedagoog; wat merkt Annemijcke Coppes

Annemijcke geeft als orthopedagoog therapieën aan kinderen en tieners. Ze heeft de PABO gedaan en de opleiding orthopedagogiek. Dit fotograferende cookiemonster werkt al een jaar in deze praktijk. Wat merkt Annemijcke Coppes tijdens haar werkzaamheden:

Naar een orthopedagoog gaan is heel normaal!

Ik merk dat tieners het vaak in eerste instantie een drempel vinden of zich schamen om naar een orthopedagoog gaan; het is niet iets dat ze makkelijk op school delen. Er gaan echter meer kinderen naar een psychologiepraktijk dan ze denken. Helaas zien ze dat niet van elkaar op school. Zij zullen zich echter verbazen als ze weten hoeveel van hun schoolgenoten hulp zoeken. Het is een enorme kracht om aan andere mensen aan te geven dat het niet lekker gaat, want daarvoor moet je je kwetsbaar opstellen. Je hoeft het niet allemaal alleen te doen.

In de psychologiepraktijk zie ik kinderen en ouders die komen met uiteenlopende vragen. Dat vind ik ook het leuke aan mijn werk; de verschillende leeftijden, de verschillende problematieken en ieder uur is anders. De meest voorkomende problemen waar  kinderen mee komen binnen de praktijk, passen vaak bij angst, somberheid, boosheid en dwang. Daar horen ook veel andere klachten bij, denk bijvoorbeeld aan piekeren, een negatief zelfbeeld, pestervaringen of slaapproblemen.

De behandelingen van kinderen in de basisschoolleeftijd zijn anders dan die van tieners en volwassenen. Wat overeenkomt is dat kinderen handvatten krijgen om met problemen om te gaan en de mogelijkheid hebben om hierover te praten. Aan de hand van leuke methodes, soms met werkboeken voor de basisschoolleeftijd, worden psychische problemen speels uitgelegd. Zo kunnen kinderen op hun eigen niveau instappen en leren wat ze allemaal kunnen doen als ze bijvoorbeeld boos zijn of piekeren.

In de bijeenkomsten pak ik ook plaatjes of materiaal erbij om kinderen het goed te laten begrijpen. Bijvoorbeeld tijdens een vorm van psycho-educatie gebruik ik een “schatkistje” waar een geheime boodschap in zit. Het kind mag deze dan tijdens de sessie met een sleutel openmaken en deze boodschap blijft op deze manier beter hangen. Ook maak ik met basisschoolkinderen die last hebben van angsten, regelmatig een zorgenvriendje, ook wel zorgenmonster, zorgenkist of zorgen(vr)eter genoemd. Hierbij schrijft het kind zijn zorgen van zich af en stopt het in zijn zorgenvriendje.

Zorgenmonster

Bij tieners past zo’n zorgenkist of zorgenmonster niet meer, die vinden dit te suf of kinderachtig. Behandelingen van tieners werken weer heel anders dan die van kinderen. Met tieners kan je meer praten zoals je dat bij therapie van volwassenen zou doen, terwijl het voor jongere kinderen nog lastig kan zijn om hun gedachten en gevoelens te verwoorden en je daar veel minder op kan terugvallen. Bij tieners leg ik met cognitieve gedragstherapie vaker op het whiteboard schematisch uit hoe het bijvoorbeeld werkt met gedachten en gevoelens.

Vaak is de angst van tieners dat anderen de bijeenkomsten met een orthopedagoog gek zullen vinden. Echter, ik merk dat dit gevoel van tieners na een aantal keren therapie verandert. Ze merken zelf een positieve verandering op en horen bijvoorbeeld: “veel andere mensen zoeken ook hulp”. Ze zien in hoe knap het is dat ze hier komen en dingen leren waar veel volwassenen ook nog aan willen werken. Ze krijgen handvatten waar ze de rest van hun leven wat aan hebben.