Het is woensdagmiddag, Anne komt uit school. Alle kinderen uit haar klas lopen vrolijk naar huis, Anne niet. Zij heeft een leuke dag gehad, maar nu moet zij naar huis. De moed zinkt haar in de schoenen, want papa is zo boos de laatste tijd. Als papa boos is, sleurt hij Anne aan haar haren door de kamer. Hij schreeuwt dan heel hard dat zij een waardeloos kind is en hij schopt en slaat haar. Vervolgens krijgt zij ook nog eens haar schooltas achter zich aan gegooid. Waarom? Dat weet Anne ook niet. Mama zegt weleens dat papa het heel druk en zwaar heeft op het werk. Anne doet zo haar best om lief te zijn voor haar vader, maar het is nooit goed genoeg. Haar moeder weet wat er gebeurd maar doet er niets aan.
Verhalen zoals deze van Anne zijn er teveel. In Nederland groeien ruim 118.000 kinderen op in onveilige gezinssituaties. Per jaar krijgt gemiddeld één a twee kind(eren) per schoolklas met mishandeling te maken. Het gaat om jongens en meisjes van alle leeftijden, zowel arm als rijk, en met uiteenlopende (culturele) achtergronden. Soms is het zo erg, dat een kind in het ziekenhuis belandt, of dood gaat. Kindermishandeling is dan ook een groot probleem.
Deze week (20 t/m 26 november) is het de “Week tegen Kindermishandeling”. Samen hebben we een belangrijke verantwoordelijkheid om de veiligheid van deze kinderen te vergroten. In de Week tegen Kindermishandeling wordt aandacht gegenereerd, niet alleen voor de aard en omvang van het probleem, maar ook voor wat we kunnen doen om de aanpak van kindermishandeling te versterken. Een mooi en belangrijk initiatief!
Kindermishandeling is kinderen onthouden van noodzakelijke behoeften en iedere vorm van lichamelijk, psychisch of seksueel geweld die mogelijk lichamelijke of psychische schade veroorzaakt bij het kind. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs.
Er zijn verschillende vormen van kindermishandeling:
– lichamelijke mishandeling;
– lichamelijke verwaarlozing;
– psychische mishandeling;
– psychische verwaarlozing;
– Huiselijk geweld;
– Seksueel misbruik.
Mishandeling kan dus zowel lichamelijk als psychisch zijn. Als je geslagen wordt, of geen eten krijgt, dan is dat lichamelijke mishandeling. Psychische mishandeling is het bijvoorbeeld als je ouders je uitschelden, of zeggen dat je niks goed doet. In de praktijk komen in een gezin waar sprake is van kindermishandeling vaak meerdere vormen tegelijk voor.
Het spreekt voor zich dat het ontzettend belangrijk is om in te grijpen bij een geval van kindermishandeling. Hoe eerder, hoe beter. De meeste kinderen durven er niet over te praten. Vaak worden ze onder druk gezet om hun mond te houden en zijn ze bang dat als ze toch iets vertellen dat ze weer geslagen worden. Belangrijk is voor een buitenstaander te weten wat de signalen zijn. Maar is dat wel zo makkelijk? De signalenlijst is lang en ligt aan de vorm van mishandeling. Wij hebben een aantal alarmsignalen opgesteld:
– blauwe plekken;
– botbreuken;
– brandwonden;
– angst om geslagen te worden;
– angst om naar huis te gaan;
– angst voor ouders of andere volwassenen;
– laag zelfbeeld;
– faalangst;
– slaapproblemen;
– depressie;
– groeiachterstand;
– slechte motoriek;
– honger;
– eten stelen;
– extreem seksueel gedrag;
– extreem volwassen gedrag;
– hyperactief gedrag;
– lusteloos gedrag;
– niet willen spelen;
– agressiviteit;
– extreem teruggetrokken zijn.
Belangrijk om te weten is dat de alarmsignalen ook een andere oorzaak kunnen hebben. Niet alle signalen betekenen dat er sprake is van kindermishandeling: wees zorgvuldig!
Je kan het vermoeden hebben dat een kind uit je omgeving mishandeld wordt. Je kan verschillende dingen doen. Het is verstandig om er eerst eens over te praten met je partner, vriendin, buurtgenoot of leerkracht. Zijn er meer mensen die iets gemerkt of gezien hebben? Het is goed om een tijdje bij te houden wat voor een signalen je krijgt van het kind, de ouders en de omgeving.
Je mag het kind best laten merken dat je bezorgd bent. Het kind kan zich gezien voelen en het vertrouwen krijgen om een eerste opening te vinden om te vertellen over de problemen thuis. Zet het kind niet onder druk om te praten! Dat moet het kind zelf kunnen bepalen.
Natuurlijk kan je ook rechtstreeks met de ouders praten. Kindermishandeling is vaak het gevolg van onmacht en een gebrek aan vaardigheden. Klaarstaan voor het gezin, kan helpen: je kan al helpen door er voor het gezin er te zijn of door een kind een luisterend oor te bieden.
Wil je toch graag eens (vertrouwelijk en anoniem) met een deskundige praten, dan kan je contact opnemen met “Veilig Thuis” (voorheen: AMK). Een medewerker van “Veilig Thuis” bespreekt met jou de situatie en wat de volgende stappen zijn. Als het nodig is kan je een melding doen van kindermishandeling. Indien je geen melding doet, wordt er nog geen actie ondernomen.
Het kind heeft jouw hulp heel hard nodig, jij kan ingrijpen. Het kind kan dan niet, wat betekend dat het geweld anders gewoon doorgaat.
Het is verboden
Vergeet niet: alle vormen van kindermishandeling zijn verboden. Kinderen hebben het recht om veilig te zijn, om beschermd te worden tegen kindermishandeling. De gevolgen van kindermishandeling kunnen groot zijn. Je kunt er je hele leven last van houden. Daarom is het belangrijk dat je hulp vraagt en erover praat als je ermee te maken krijgt.