TILBURG – Lindy Baak kan haar lol op. Maar niet heus. Het is september en dat betekent: spinnen in huis. Zolang Lindy zich kan herinneren is ze doodsbang voor de geleedpotigen, die mensen juist van dienst zijn door muggen en vliegen te vangen.
„Ik vind ze doodeng. Mijn hele leven al. Ik weet dat het niet reëel is, maar dat onverwachte van spinnen, als er eentje voorbij komt rennen, maakt dat ik moet gillen van angst.” Vroeger als kind riep ze meteen om haar vader. Die hielp de spin met een harde klap naar de andere wereld. „Ik moest er zeker van zijn dat ie er echt niet meer was. Anders kon ik niet slapen.”
Lindy is niet de enige met arachnofobie, zoals spinnenangst ook wordt genoemd. Het is de meest voorkomende fobie. Het zou volgens experts gaan om drie tot zes procent van de bevolking.
Dat is een voorzichtige schatting, zegt psycholoog Melissa van Buuren: „Er zijn waarschijnlijk veel meer mensen bang voor spinnen.” Maar niet iedereen is er even bang voor. Er zijn zelfs mensen die er echt door worden gehinderd. Ze durven de schuur niet meer in, ze durven hun slaapkamer niet meer in. Dan is het een probleem.”
Therapie
Van Buuren is gespecialiseerd in de behandeling van spinnenfobie. Dat doet zij met exposure-therapie, het oplossen van angst door blootstelling. De patiënt bekijkt eerst een foto van een spin, dan een filmpje en gaat via een nepspin naar het kijken naar een echte spin in een potje. „Soms eindigt het met een spin die op je arm loopt.”
Een spinnenfobie heeft allerlei oorzaken. Mogelijk is angst voor spinnen aangeboren, maar het kan ook aangeleerd zijn, zegt Van Buuren. „Als een ouder tegen het plafond vliegt van een spin, kan een kind dat overnemen. Een kind dat al angstig is, kan overreageren.”
Juist daarom houdt Lindy Baak het hoofd koel als haar dochtertje roept dat er een spin in haar kamer zit. „Ik hou mijn gezicht strak en ga hem te lijf met een stofzuiger, of een bezem, of een opgerolde krant. In elk geval met iets waarmee ik afstand kan houden. Ik kan je zeggen: het zweet klotst dan wel onder mijn oksels.”
Nuttig
Een spin doodmaken? Dat zal Sjef van Overdijk nooit doen. De spinnenexpert is dol op spinnen en kan niet genoeg benadrukken hoe nuttig de roofdiertjes zijn. „Ze vangen de muggen die je willen steken en de vliegen die op je eten zitten.”
Een spin doodslaan heeft trouwens weinig zin. Diens plek wordt in mum van tijd overgenomen door een andere. „In elk huis zitten er een paar honderd. Je hele leven ben je als mens omringd door spinnen. Daar is niets aan te doen.”
In de spinnenmaand september marcheren spinnen massaal de huizen binnen. Dat komt omdat ze, zoals Van Overdijk zegt, ’op zoek gaan naar de liefde’. Door in de lucht zwevende geuren van het andere geslacht, slaan de spinnetjes op hol. Vooral de mannetjes gaan aan de zwerf op zoek naar een partner en komen in hun paringsdrift ook huizen binnen.
Broodje-aapverhaal
Nederlandse spinnen, zoals de kruisspin en de grote huisspin, zijn volkomen ongevaarlijk. Nee, ze wandelen ook niet je mond in als je ligt te slapen. Van Overdijk: „Dat is een broodje-aapverhaal. De luchttrilling van de ademhaling schrikt ze juist af.”
Hij heeft goed nieuws. Spinnen houden van schone huizen. Stof en vettigheid zijn niet goed voor het web. „Laat ze met rust en respecteer ze. Als je er echt niet tegen kan, vang ze dan met een potje en zet ze buiten.”