Het boerenverstand te boven: Met wie kan je praten?

HET BOERENVERSTAND TE BOVEN: MET WIE KAN JE PRATEN?

In dit artikel krijg je informatie over de psychische gevolgen bij boeren na een crisis in het boerenbedrijf.

De vrachtwagens van Rendac rijden langzaam het erf op, De Nederlands Voedsel & Waren Autoriteit staat met de papieren te overleggen, op afstand staat de lokale omroep als ramptoerist alles op beeld vast te leggen.

Boer Jan kan het zich nog herinneren als de dag van gisteren, iedere dag denkt hij nog aan de vorige ruiming van het bedrijf: in de buurt waren 10 boerderijen geruimd, de ophokplicht al een week van kracht. De avond ervoor liep hij nog één keer met zijn vrouw en zoon door volle stallen, maar de kopjes hingen al, de kippen waren hard bezig met hun veren, en de levendigheid was al wat uit de stal.

En weer heeft boer Jan de hele nacht niet geslapen. Hij heeft het bedrijf van zijn en hun ouders weer opgebouwd, de kippen kakelen, ze zijn druk in de weer, de rangen en standen zijn bepalend voor hun gedrag. Boer Jan wordt nog regelmatig wakker door nachtmerries. Zijn vrouw komt al maanden niet meer in de stal.

Door heel Nederland zijn de laatste jaren boeren getroffen door verschillende crisissen. Denk aan de vogelgriep, mond en klauwzeer, en de fipronilcrisis. Bij veel boeren moest hun hele veestapel worden geruimd. Boeren zagen hun bedrijf van de ene op de andere dag ten onder gaan. Hun levenswerk is vernield. Het familiebedrijf die al generaties lang doorgegeven werd is er niet meer. Hun bron van inkomsten was plotseling verdwenen.

De psychische gevolgen voor de boeren lijken te worden onderschat. Je bent nuchter, een binnenvetter. Je woont relatief geïsoleerd. Je woont buitenaf, ver van de stad, de hele dag aan het werk. Met wie kan jij je zorgen delen, waar kan jij je verhaal kwijt? Oh nee! Dat is waar! Boeren praten niet over gevoel, dat is voor vrouwen en mietjes. Je werkt gewoon wat harder, je doorstaat de hoofdpijn. In je omgeving heeft niemand er last van, niet lullen maar poetsen! En als je wel zou willen praten? Waar ga je heen? Wat nu als ik bij jou langs kom?

In onze praktijk zien we dat boeren steeds vaker komen om hun verhaal te delen met een psycholoog en hulp te vragen wanneer ze psychische klachten ervaren. Boeren vertellen dat de klachten vaak beginnen met angsten. Overleven we de crisis? Krijgen we de stallen schoon? Gaan we failliet? Gaan we opnieuw beginnen of stoppen met het bedrijf? Boeren zijn ten tijde van de crisis veelal met deze vragen bezig, zowel dag en nacht. De boeren hebben heel wat slapeloze nachten. Het doet veel met hen.

Van weinig emoties tot heftige emoties. De wanhoop nabij, de boeren weten niet meer hoe het verder moet. De boeren ervaren klachten als neerslachtigheid, slapeloosheid, stress en spanningen. Sommige van hen worden depressief en hebben suïcidale gedachten. Anderen ervaren herbelevingen aan het ruimen van hun vee / kippen. Problemen in het gezin en eenzaamheid liggen op de loer.

Depressieve boeren modderen vaak door en wachten te lang met het zoeken van hulp. Hoe langer een boer wacht met hulp vragen, des te groter het probleem wordt. Tegen beter weten in maar doorgaan en doorgaan. Die mentaliteit is bij veel boeren niet vreemd. Tot de man met de hamer langs komt. Hulp vragen is niet makkelijk, dat horen wij heel vaak in de praktijk. Als de stap is genomen zijn mensen vaak heel erg opgelucht. “Eindelijk eens iemand waarmee ik dingen kan bespreken die mij dwars zitten. Iemand die mij kan helpen om om te leren gaan met de tegenslagen”

Wij hopen dat boeren eerder aan de bel trekken als het dreigt mis te gaan. Het hoeft niet alleen van de boer te komen, ook hun omgeving kan hierin een rol spelen. Juist het bespreekbaar maken is stap één.