“Ik wens je een gelukkig nieuwjaar” ligt meestal voor de hand, maar niet voor mensen die sociaal angstig zijn. Alleen de gedachten al dat de klok 00.00 uur slaat, geeft grote angst. Juist vanwege die angst, ben je misschien niet naar dat leuke feestje gegaan. Of misschien ben je wel gegaan, en heb je daarbij een vreselijke angst gevoeld.
Bij een sociale fobie heb je een extreme, aanhoudende angst voor bepaalde sociale situaties. Je bent vaak bang voor wat anderen over je denken. Je denkt dat zij negatief over je denken, je niet interessant vinden, je niet aardig, raar of vreemd vinden. De angst kan ervoor zorgen dat je lichamelijke klachten krijgt als hartkloppingen, benauwdheid, blozen, trillen en zweten. De angst wordt dan vaak nog groter, omdat je bang bent voor je eigen reacties. Stel je voor dat anderen dit merken, je raakt in paniek.
Vaak wordt je al angstig bij de gedachten dat je in de sociale situatie gaat komen waar je bang voor bent. Je probeert de situatie te vermijden door je bijvoorbeeld ziek te melden of je bedenkt een andere smoes om er niet te hoeven zijn. Je doet er alles aan om niet in de angstige situatie terecht te komen. Wanneer je er echt niet onderuit kan doorsta je de situatie met intense angst.
Het lijkt erop dat je verlegen bent, maar sociale angst is meer dan verlegenheid. Je bent niet één keertje bang, maar de sociale situaties roept telkens hevige angst op. Het gebeurt steeds weer. Het gaat je leven beheersen.
• erfelijkheid;
• omgevingsfactoren;
• opvoeding;
• persoonlijkheid;
• alleenstaand;
• laag inkomen;
• lagere opleiding;
• depressie of depressief geweest;
• verslavingsproblematiek;
• een heftige gebeurtenis meegemaakt (psychotrauma).
Wist je dat andere mensen minder op ons letten dan we denken? Mensen hebben het idee dat de schijnwerper veel feller op ons gericht staat dan in feite het geval is. In een van de eerste onderzoeken waarin het schijnwerper-effect is aangetoond, moesten proefpersonen een T-shirt aantrekken met Barry Manilow (een Amerikaanse zanger die nogal kwijlerige liedjes zingt). Daarna werden ze in contact gebracht met medestudenten, ze werden in een volle collegezaal geloodst. Voor de proefpersonen moet het erg ongemakkelijk zijn geweest, om door zoveel medestudenten te worden gezien in dit T-shirt. Na afloop moesten ze aangeven hoeveel studenten hadden gezien wat er op hun T-shirt stond, en werd ook aan die andere studenten gevraagd wat er op het T-shirt stond. Zoals verwacht hadden deze er geen aandacht aan besteed, terwijl de studenten in het T-shirt dachten van wel.
Het is misschien jammer dat de wereld niet om ons draait, zoals we vaak aannemen, maar de resultaten van het schijnwerper-effect laten zien dat het ook geruststellend is dit te beseffen. Stommiteiten die we uithalen, gemiste vergaderingen, een “bad hairday”: wat het ook is, andere mensen merken het vaak helemaal niet op.